Ga naar de inhoud

Bruggenbouwers, Dries Hettinga (Directeur INVOLV)

Dries Hettinga (Directeur INVOLV)

In deze aflevering bouwen we bruggen met Dries Hettinga.

Hij is directeur-bestuurder bij Involv. Ferry: Misschien bij jou nog bekend als PGO-support, maar ze hebben een nieuwe naam Ferry: gekregen. Zij geven advies en trainingen over participatie. Ferry: Marian Ter Avest, mijn co-host van vandaag, is ook aangeschoven.

Ferry: En jullie kennen elkaar al. Marjan: Dries, ga jij het vertellen? Dries: Dat is een professioneel verhaal. Nee, vanuit jouw vorige rol als directeur bestuurder bij Mind. Dries: En ik als directeur bestuurder bij PGO Support.

Wat inmiddels involvigheid. Dries: Maar vanuit die hondanigheid hebben wij verschillende dingen samen gedaan inderdaad. Marjan: We hebben samen op het podium gestaan. Bij onze nieuwjaarsrecepties van de patiëntenbeweging.

Marjan: En ik denk dat je ook veel hebt gedaan voor de achterban van Mind. Marjan: Dat waren patiëntenorganisaties en familieorganisaties in de GGZ. Marjan: En waar Mind de belangen voor behartigde. En Involve, PGO Support, Marjan: veel meer de ondersteuning van de leden.

Dries: Maar je zegt het al goed, PGO Support Involve. We zijn net om aan de nieuwe naam. Dries: Maar het is nog even wennen, maar het komt er al in, zo te horen. Marjan: Ja, zeker.

Ik doe mijn best. Ferry: Drie, zou jij kort kunnen uitleggen wat Involve precies is? Dries: Jazeker. Wij zijn inderdaad ooit ontstaan als PGO Support. Dries: Waarbij wij inderdaad allerlei ondersteuning aanboden voor patiëntenorganisaties Dries: in brede zin.

Patiënten, cliënten, naasten. Dries: En dan moet je denken aan allerlei trainingen voor vrijwilligers. Dries: Dan moet je denken aan informatie, aan adviestrajecten voor organisaties… Dries: Om ervoor te zorgen dat het een krachtige patiënten- en cliëntenbeweging wordt…

Dries: We hebben nu een omslag gemaakt naar Involve, omdat we ook wel erachter kwamen Dries: van ja, tuurlijk heb je een hele krachtige patiënten- en cliëntenbeweging nodig, Dries: maar er is vaak toch wel wat meer nodig. Dries: Want er is steeds vaker de roep om juist de mensen om wie het gaat te betrekken Dries: bij het vormgeven van zorg, van welzijn, van wetenschappelijk onderzoek. Dries: En dat betekent inderdaad dat je gewoon daar een sterke patiënten- en cliëntenbeweging nodig hebt. Dries: Maar het betekent ook vaak dat die onderzoekers, die beleidsmakers, Dries: die ambtenaren, wie dan ook, dat die ook wat moeten weten van hoe doe ik dat Dries: nou, die samenwerking met allerlei patiënten en cliënten.

Dries: En dan zie je toch wel dat het opeens soms een beetje spannend wordt voor veel van die mensen. Dries: Dus daar kwamen we eigenlijk gaandeweg ook achter dat wij ook die mensen veel Dries: kunnen helpen met cursussen, met adviestrajecten, om er uiteindelijk voor te Dries: zorgen van hoe kunnen we die samenwerking tussen de ene kant, Dries: patiënten en cliënten, of zelfs inwoners, en aan de andere kant allerlei, Dries: ja, we kunnen een systeem partijen noemen of andere dingen, maar hoe kunnen Dries: we die samenwerking een goed vormgeven? Dries: En dat is ook de reden dat we op een gegeven moment hebben gezegd Ja, Dries: wat we deden als PGO-supporters is nog steeds de basis. Dries: Maar als involv willen we daarop voortbouwen. En ons heel erg richten op die participatie.

Ferry: Oké, ik zou zo meteen graag nog even terugkomen op die participatie. Ferry: Want je hebt hier al langer ervaring mee. Je bent sinds 2021 directeur hier. Ferry: Daarvoor heb je ander werk gedaan dat ook te maken heeft met ervaringsdeskundigheid.

Ferry: Want dat is waar we het in deze podcast over gaan hebben. Ferry: Kan je kort vertellen wat je hiervoor gedaan hebt? Wat daarvan op invloed is? Dries: Ja, ik moet dan bijvoorbeeld denken aan… Ik ben opgeleid als bewegingswetenschapper. Dries: Daar ook aan de slag gegaan in een promotietraject.

Dries: En dat richtte zich op sport en bewegen en gezondheid voor mensen met een dwarslesie. Dries: En dat was als jonge onderzoeker volop ingedoken van oké, hoe kunnen we na het Dries: nou middels, en wij hebben toen een nieuwe fitnessmachine ontwikkeld, Dries: hoe kunnen we die machine nu gebruiken om mensen de kans te geven om gezond te blijven. Dries: Dus heel biomedisch gekeken naar bloedglucose, naar cholesterol, lipiden. Dries: Maar gaandeweg, dat traject kwam ik er eigenlijk ook wel achter, Dries: dat, dat heette dan proefpersonen, maar dat die eigenlijk een hele andere kant Dries: van dat project beleefden dan ik als onderzoeker.

Dries: In dat geval ging het over mensen met een dwarslesie en die fitnessmachine die Dries: zorgde ervoor dat hun verlamde beenspieren toch gebruikt konden worden in het bewegen. Dries: En eigenlijk wat ze allemaal zeiden van goh, mijn benen die hebben opeens weer een functie. Dries: Dus hartstikke fijn dat die glucose een beetje beter werd en dat cholesterol Dries: een beetje beter werd en dat ze zich fitter voelden. Dries: Maar gewoon dat inzicht van hé, mijn benen hebben opeens weer een functie.

Dries: En dat is iets waar ik totaal niet over na had gedacht als wetenschapper. Dries: En dat liet we ook wel een beetje zien van die twee werelden naast elkaar. Dries: Van we zijn hier wel aan het samenwerken, maar het wordt heel anders beleefd. Dries: Dat zie ik ook terug bij Involve.

Hoe kan je aan de ene kant de wereld zoals Dries: we het allemaal ervaren… en of je dat nu als een patiënt of als een cliënt Dries: of een inwoner benoemt… Dries: En hoe kijk je dat naar hoe we zorg en welzijn en onderzoek hebben ingericht? Dries: Nou, daar zit af en toe nog wel eens een gat tussen. En tegelijkertijd ben ik Dries: er wel volledig van overtuigd…

dat als we dat goed samenbrengen, Dries: ja, daar zit wel de meerwaarde. ***. Ferry: Want heb je persoonlijk ook ervaring met ervaringsdeskundigheid? Dries: Nou, als naaste. Dus kijk, in die zin, iedereen heeft wel ervaring.

Dries: Maar ik denk het meest prangende was wel de situatie dat mijn paard er GGZ nodig had. Dries: En dat je dan inderdaad ziet van, hé, wat kunnen ze wel bieden en wat kunnen Dries: ze ook niet bieden? Dus wat is eigenlijk ook de behoefte die ik als naaste had? Dries: En dat je er gaandeweg ook achterkomt van, ja, hoe kan je dat ook op het moment Dries: dat je in zo’n hele crisis situatie zit, Hoe kan je dat ook voor jezelf regelen? Dries: En ook het inzicht wel van ja, de zorgverleners die de beste intenties hebben Dries: op zo’n moment, die zijn beperkt in wat zij kunnen. Dries: Dus het is ook op zoek gaan naar anderen die soortgelijke ervaringen hebben. Dries: Daar je eigen ervaring ook aan kunnen spiegelen.

En gaandeweg denk van oh ja, Dries: zo zit dat in elkaar en hier heb ik steun aan. Marjan: En bij wie heb je steun gevonden dan? Dries: Nou dat begon deels inderdaad gewoon uit gesprekken met anderen. Dries: Maar ook op een gegeven moment wel boeken gelezen. Dries: Dat je denkt van dat je een boek denkt van ja, dit was precies zoals het was.

Dries: Dus die herkenning en erkenning, dat was heel belangrijk op dat moment. Dries: En nou zal ik mezelf niet helemaal willen betitelen als echt ervaringsdeskundige op dat punt. Dries: Maar ik denk wel dat het me enorm heeft geholpen om mijn eigen ervaringen op Dries: dat moment te kunnen spiegelen aan anderen met soortgelijke ervaringen. Marjan: Wanneer zou je jezelf wel hebben gezien als ervaringsdeskundige? Dries: Wat is het verschil? Ja, ik denk, er zitten voor mij een bepaalde stappen in Dries: en afvangt wat je ermee wil doen.

Dries: Dus kijk, als ik ook een beetje denk aan de context hierbij involft bij verschillende Dries: cursussen, dan gaat het ook heel erg over het inzetten van ervaringsdeskundigheid. En wat is dat dan? Dries: Kijk, iedereen heeft zijn eigen ervaringen en die kan je heel goed inzetten. Dries: Dus denken inderdaad, en dat kan een NS1-verhaal zijn. Dat kan heel krachtig Dries: zijn om even weer heel helder te krijgen, waar gaat dat over? Ferry: Even tussendoor NS1.

Dries: Nou, dus dat het jouw individuele verhaal is. Marjan: Dat is een onderzoeker hoor, die je nu spreekt. Dries: Ja, dit is de wetenschapper die je af en toe weer opkomt. Maar we gaan straks Dries: wel over samplesize en dat soort dingen praten.

Dries: Dus dat kan heel krachtig zijn. Tegelijkertijd als ik denk aan bijvoorbeeld Dries: cursussen die we hier geven, dat gaat over richtlijnontwikkeling, Dries: waarbij inderdaad in al die commissies wordt dan ook vaak inderdaad de patiënt ook aan tafel gevraagd. Dries: Dan is het niet alleen dat je je eigen ervaringen in zo’n commissie inzet, Dries: maar dat je ook kijkt van, hé, maar wat hebben nou andere mensen met soortgelijke Dries: aandoeningen, soortgelijke ervaringen meegemaakt en wat is daar de rode draad in? Dries: En hoe kan ik die informatie ook inzetten in de context van zo’n richtlijn? Dries: En ik denk, we noemen het allemaal wel ervaringen, ervaring, deskundigheid. Dries: En het is af en toe ook wel eens een nadeel dat het geen beschermde titel is.

Dries: Dus je ziet ook wel dat er heel veel verschillende invalshoeken worden gegeven. Dries: Maar in de kern gaat het volgens mij heel erg over inderdaad van die beleving van mensen. Dries: Om die goed mee te nemen. En dat kan op verschillende manieren.

Dries: En ik ben af en toe ook een beetje, ja, er komt soms een beetje zo’n waardeoordeel om de hoek kijken. Dries: Dat een NS1-verhaal anders is dan als je toch namens een grotere groep. Dries: En ik denk dat ze allebei waarde hebben, maar dat je wel heel goed moet kijken Dries: van in welke context is nou welke vorm geschikt. Marjan: Wil je een voorbeeld noemen van wanneer jij denkt dat een individueel verhaal Marjan: heel belangrijk is om te vertellen? Wat het verschil daarin kan zijn? Dries: Ja, nou kijk, ik denk als je het aan de meeste grote congressen ziet, Dries: dan zie je vaak dat er een keynote speaker is.

Dries: Die inderdaad zijn of haar persoonlijk verhaal daar deelt. Dries: En ik vind het in die zin altijd wel heel sterk… omdat je dan eigenlijk het Dries: publiek ook weer even helft van… hier gaat het echt over, zo wordt het ervaren.

Dries: En dat je daarmee ook wat inzegt van hier loopt het mis, hier loopt het goed… Dries: En wat gebeurt hier nou echt? Dries: En ik denk dat zo’n verhaal ook veel krachtiger is… als dat een heel persoonlijk Dries: verhaal is van één individu. Dries: Want als we daar een heel genuanceerd verhaal gaan houden…

Dries: Van nou, in de groep van honderd mensen zeggen… tachtig mensen dit en twintig Dries: mensen dat… dan denk ik niet dat je met dezelfde kracht… Dries: Die boodschap kan overdragen.

Dries: Dus in zo’n situatie, dat NS1, dat individuele verhaal… is denk ik heel fit Dries: for purpose en heel krachtig. Dries: Maar het andere voorbeeld wat ik noemde van… denk bijvoorbeeld aan richtlijnontwikkeling.

Dries: Zo’n richtlijn gaat gelden voor een hele grote groep mensen. Dries: Dan vind ik ook dat als jij daar als ervaringsdeskundige aan tafel zit, Dries: dat je een verantwoordelijkheid hebt om je eigen ervaring ook in context te Dries: kunnen zetten van wat anderen ook hebben ervaren. Marjan: Ja, dan gaat het eigenlijk over het inbrengen van collectieve ervaringskennis Marjan: bij bijvoorbeeld standaarden of richtlijnen. Marjan: Maar als je nou kijkt bijvoorbeeld naar, als je gaat lobbyen bij een gemeente, Marjan: vind je dan ook dat een individu dat kan doen.

Dus stel dat iemand die blind Marjan: is steeds tegen dezelfde dingen aanloopt in de wijk. Marjan: Maar dan is het eigenlijk ook een NS1-verhaal. Maar het is wel een heel belangrijk Marjan: signaal voor gemeenteambtenaren. Dries: Nee, dus daarom vind ik het heel contextafhankelijk.

Als het betekent dat je Dries: op een gegeven moment zoekt een ingang… dan denk ik dat zo’n verhaal heel krachtig kan zijn. Dries: Omdat je dan eigenlijk een andere mens een inkijkje geeft in hoe jij het beleeft. Dries: Dat is denk ik van meerwaarde.

Dries: Tegelijkertijd die situatie, als vervolgens de gemeente zegt, Dries: we willen hier iets aan doen… dan kom je denk ik ook in een andere situatie, Dries: een andere context… dat je moet kijken van ja, maar dan, we moeten nou niet Dries: de wijk ingerichten op mijn ervaringen. Dries: We moeten de wijk ingerichten op de ervaring van alle wijkbewoners…

Dries: Of iedereen die tegen dit probleem aanloopt. Dries: En dat bedoel ik een beetje met die verschillende vormen van ervaringsdeskundigheid, Dries: ervaring van ze. Ik vind ze allemaal waardevol… Dries: Maar ik zie wel dat het de truc is om dat goed te matchen op de situatie.

Dries: En wat het vraagstuk is wat op tafel ligt. Ferry: Ik loop zelf vaak tegen dit soort uitdagingen aan. Omdat ik blind ben. Ferry: Wanneer weegt het collectieve belang op tegen het individuele belang? Ferry: Want als ik niet over kan steken omdat een rateltikker het ergens niet doet.

Ferry: Terwijl het een super drukke kruising is. Ferry: En ik ben vervolgens een jaar bezig om überhaupt voet aan de grond te krijgen om zoiets op te lossen. Ferry: Terwijl er een collectieve ervaringsdeskundigheid is die zegt joh, Ferry: er ligt een ribbeltegel en er komen daar bijna geen blinde mensen. Dus laat maar.

Ferry: Hoe is die afweging dan? Dries: Ja, die schuurt regelmatig en ik denk het voorbeeld wat jij noemt is daar ook een voorbeeld van. Dries: En daarom denk ik dat het zo contextafhankelijk is. In deze geval is het denk Dries: ik van iemand laten ervaren hoe het is als dat stukje ontbreekt. Dries: Dus als die tikker er niet is, dan kan er nog een heel mooi ribbelpad liggen.

Dries: Maar daar heb je helemaal niks aan. Dries: En het gevaar is natuurlijk altijd een beetje dat… We hebben het vaak over Dries: die leefwereld en systeemwereld als twee aparte entiteiten. Dries: Daar kunnen we straks misschien ook wat meer over zeggen.

Dries: Maar dat het wel de truc is om dat een beetje samen te laten komen. Dries: Want dit soort oplossingen kunnen niet door een individu aangepakt worden. Dries: Daar moet je inderdaad andere mensen in overtuigen. Dus dat is echt die zoektocht.

Dries: Maar het begint denk ik wel met elkaar zien en erkennen in de ervaring die jij Dries: brengt. Dus dit voorbeeld. Dries: De gemeenteambtenaar die daar misschien verantwoordelijk voor is. Dries: Die heeft niet dezelfde ervaring als jij.

Dries: Maar ik denk als het lukt om die gemeenteambtenaren wel in te laten zien. Dries: En te laten voelen wat dat betekent, dat dat anders aankomt bij hem of haar Dries: dan als het gewoon een notitie is van oh ja, hier op de Daltonlaan doet de tikker het niet. Ferry: Mijn ervaring is wel dat het vaak echt wel een strijd kan zijn. Ferry: Laten we zeggen 30% van een groep de collectieve ervaringsdeskundigheid heeft, Ferry: maar dat de overige 60% enorm verdeeld is over een bepaald onderwerp.

Ferry: Maar omdat het allemaal verschillende meningen zijn, waar luister je dan naar? Dries: Dat voorbeeld wat ik noem van richtlijn of andere, dat is ook de grote uitdaging. Dries: Als jij op een gegeven moment ergens aan tafel zit namens een groep, Dries: dat is best een lastige positie. Dries: Want inderdaad, wat je zegt, per definitie zal er verschillende meningen zijn. Dries: Er zijn verschillende belangen in die groep.

Dries: En dat is vind ik ook van waarom we ook niet te simpel moeten denken over… Dries: Van hoe gaan we die samenwerking nou goed vormgeven tussen aan de ene kant collectieven… Dries: Van patiënten, cliënten en inwoners, aan de andere kant de zorgverleners, beleidsmakers. Dries: Kijk, veel van die beleidsmakers en ambtenaren en anderen…

Dries: Die zijn natuurlijk al een beetje zo ingericht. Dries: Die hebben een structuur waardoor je op een gegeven moment zegt… Dries: Als ik met de directeur om tafel zit… dan heb ik de hele organisatie vertegenwoordigd.

Dries: Dat is toch vaak wel net een beetje anders als je kijkt… dit is geen situatie Dries: die jij schetst… of denken aan zo’n richtlijndiscussie. Dries: Dat is een heel diverse groep.

Dries: En toch zit jij dan in je eentje… of misschien met z’n tweeën in wat betere Dries: scenario’s… zit je aan tafel om dat, om hun mening, om hun ervaringen goed Dries: over het voetlicht te brengen. Dries: En dat is dus ook, mijn stelling zou ik zeggen, dat het ook niet iets wat iedereen kan.

Dries: Dat vergt bepaalde competenties om inderdaad goed die groep aan te voelen van Dries: wat speelt hier en hoe kan ik dit nou goed over het voetlicht brengen. Marjan: Dat is eigenlijk een beetje wat je ook al hier bij Involve overal nu op de muren Marjan: ziet staan. Eigenlijk een beetje van, it takes two to tango. Marjan: En als je dan even een voorbeeld van Ferry noemt, wat zouden jullie dan de ambtenaren Marjan: leren om, Want jullie willen eigenlijk dat die samenleving wat mee open gaat Marjan: staan…

voor ervaringskennis of ervaringskundigheid. Marjan: Wat zouden jullie de samenleving willen leren? Hoe zou je ook met zo’n NS1-verhal, NS2-verhal omgaan? Dries: Nee, kijk, en vanuit Onverwolf zitten we vaker wat meer op het collectieve niveau… Dries: Dan op het individuele niveau. Dries: Dat individuele niveau, dat zie je veel terugkomen bij veel van de patiënten- Dries: en cliëntenorganisaties…

die wij natuurlijk ook weer proberen te ondersteunen. Dries: Het is goed om heel goed te kijken van hoe kunnen we die patiënten en cliënten Dries: collectieven helpen… om krachtiger te staan. Dries: Maar inderdaad, die andere partijen moeten daar ook voor openstaan.

Dries: Dus dat begint denk ik al met een stuk inspiratie. Dries: Wat is nou eigenlijk de meerwaarde om niet praten over, maar praten met. Dries: En helemaal niet beslissen over, maar beslissen met de mensen om wie het gaat. Dries: Ik merk wel dat we gelukkig steeds meer en meer mensen en partijen snappen…

Dries: Van we moeten eigenlijk de mensen om wie het gaat veel meer aan tafel hebben. Dries: En dan komen er wel interessante vervolgvragen op. Hoe doen we dat dan? Dries: En wie is dat dan en hoe doen we Dries: dit dan en dat kan hele praktische vragen Dries: opleveren van waar vind ik überhaupt dat is een Dries: vraag die wij hier veel binnenkrijgen en die nou ja ook wel Dries: een beetje een afgeleide is van men vindt het een beetje lastig maar we hebben Dries: hier bijvoorbeeld en als ik een voorbeeld kan noemen we hebben hier een duo Dries: interview programma en dat betekent dus dat een wetenschapper en een patiënt Dries: die gaan samen dat programma aan want die zijn een onderzoeksproject begonnen. Dries: En een onderdeel van dat onderzoeksproject is dat je juist de vragen van de Dries: mensen om wie het gaat, in dit geval noemen we het dan patiënten, Dries: maar dat kunnen ook cliënten zijn of mensen met een aandrukking of verperking, Dries: maar hoe kunnen we dat als startpunt nemen voor het onderzoeksproject? Dries: Maar hoe kunnen we dat ook goed verwerken in het onderzoeksproject? Dries: Want het is niet eenmalig vragen van wat vind jij nou belangrijk? Dries: Oh, dan gaan we daar een onderzoeks op doen.

Dries: Maar dat betekent ook dat je na moet denken van ja, maar wat is dan succes in dit onderzoek? Dries: En waar moeten we rekening mee houden? Nou, kortweg, dat programma is er helemaal Dries: op gericht om die samenwerking in dat project tussen patiënt en wetenschappen te faciliteren, Dries: maar ook om op gezette momenten die patiënten met elkaar ook te laten discussiëren Dries: over de hobbels die zij tegenkomen. Dries: Want die kunnen elkaar ook vaak helpen van hoe doen we dit nou? Dries: Maar die wetenschappers ook, want voor hen is het ook vaak een uitdaging van Dries: ja, ergens hebben ze wel de motivatie van hey, we voelen dat dit goed is om Dries: te doen, maar het is ook gewoon soms lastig. Marjan: En als je dit voorbeeld noemt, wat is dan het verschil wat uiteindelijk de uitkomst is? Marjan: Als je het zo aanpakt zoals jullie het nu doen, het is op zo van de wetenschap eigenlijk. Dries: Ik vind een heel mooi voorbeeld, die is al van een tijd terug, Dries: maar dat ging inderdaad over een spierziekte waarbij er veel onderzoek is gedaan Dries: om een medicijn te vinden.

Dries: Dan is natuurlijk de grote vraag van wanneer is een medicijn nou effectief? Dries: Nou werd gezegd van nou, als het lukt om die mensen langer te laten lopen, Dries: langer uit een rolstoel te houden, dan is dat een goed medicijn. Dries: Dat is helemaal geen gekke gedachte. Dries: Tegelijkertijd, toen het aan de mensen zelf werd gevraagd wie het betrof, Dries: zei ze van nou ja, tuurlijk is het fijn om te blijven lopen, Dries: maar ik wil eigenlijk veel liever mijn handfunctie behouden. Of ademhaling.

Dries: En ja, dat ik misschien op een gegeven moment in een rolstoel kom, Dries: maar nog wel een goede handfunctie heb, vind ik misschien veel belangrijker. Dries: Dus dat was eigenlijk zo’n moment dat je na het, en nogmaals, Dries: die wetenschappers met de beste intenties hebben geen gekke gedachtes. Dries: Maar je moet ze wel eventjes eiken op de vraag van wat is nou echt relevant Dries: hier? En wat zou nou echt een verschil maken voor deze groep? Marjan: Er zijn ervaringstukkundigen die definiëren eigenlijk al wat meer wat de wenselijke Marjan: outcome voor hen zou zijn. Waardoor je eigenlijk anderen…

Dries: En ik denk als je dat verder extrapoleert, want als we de zorg veel meer langs Dries: die lijnen kunnen inrichten, Ja, dan draagt het veel meer bij aan de kwaliteit Dries: van leven voor de mensen om wie het gaat. Dries: Dan als we toch bepaalde aannames doen die achteraf net een beetje anders blijken te zijn. Marjan: Toch nog heel even terugkomen op bijvoorbeeld van Ferdy. Want jij geeft eigenlijk Marjan: aan van, ik loop in mijn eentje hier tegenaan.

Marjan: En het is eigenlijk moeilijk om tegen die massa aan te vechten om mijn ervaring. Marjan: En het is eigenlijk toch ook een stuk van mijn kwaliteit van leven. Marjan: Als je die ervaring hoort, denk je dan eigenlijk dat Involve misschien toch Marjan: iets meer zou moeten doen met de NS1 of NS2? Of… Dries: Ja, ik weet niet of het dan in volg is.

Want kijk, in die zin willen wij natuurlijk Dries: heel erg kijken van welke deskundigheid, welke informatie, welke competenties Dries: heb je nou nodig om dat te doen. Dries: Dus zo kijken wij heel erg naar die scenario’s. Want uiteindelijk is het aan Dries: de collectieven die er zijn. Dries: Of dat nou patiëntenorganisaties zijn, of dat kan ook een tijdelijke Facebookgroep zijn.

Dries: Er zijn natuurlijk ook mooie voorbeelden van mensen die opstaan tot zegt van Dries: hé, maar hier klopt het niet, dit moet anders. Dries: Wij kijken daar heel erg naar. Hoe kunnen we die mensen nou helpen om die stap te kunnen zetten? Dries: Dus welke kennis heb je nodig om zo’n stap te kunnen zetten? Dries: Of welke connecties moet je hebben? Dries: Dus hoe kunnen we mensen samenbrengen die misschien tegen hetzelfde aanlopen? Dries: Of welke competenties heb je nou nodig om dat te doen? Marjan: Maar dan investeer je eigenlijk in de competenties van die NS1. Marjan: Om het standpunt beter naar voren te brengen.

Dries: Want het zit altijd in mensen. Dus ik denk ook als we het hebben over collectieven Dries: zijn er altijd weer. één individu die daar staat. Dries: Maar ik denk dat het heel erg zoeken is van wat heeft die individu dan nodig om dat te kunnen doen? Dries: En het inzicht vanuit Involve is dat ja, die individu heeft iets nodig.

Dries: Maar eigenlijk moeten we ook heel goed kijken naar die context. Dries: Want we kennen ook nogal genoeg voorbeelden, misschien ook wel het voorbeeld wat jij noemt Ferry. Dries: Dan sta je daar, maar dan word je nog steeds niet gehoord. Dries: Dus dat betekent van moeten we dan nog meer aandacht geven aan die stemluiden maken of zo? Nou ja.

Marjan: Dat bedoel ik. Ferry: Want het gevoel dat ik nu een beetje heb, de massa die steunt elkaar, Ferry: dus die wordt sneller gehoord dan het individu. Ferry: Terwijl het individu daarin ook superbelangrijk is. Ferry: Hoe versterk je die dan? Hoe voorkom je als ze involgt bijvoorbeeld dat je door Ferry: collectieve ervaringsdeskundigheid, dat je het individu niet…

Ferry: Overruled, begraafd in het geluid van de massa. Dries: Kijk, daarom moeten we volgens mij niet in dat concurrentiemodel denken. Dries: Maar volgens mij is het weer dus heel contextafhankelijk. Van wanneer is die Dries: collectieve ervaring van belang en moet daarop geageerd worden? Dries: En wanneer gaat het juist over wat meer die individuele context en idealieten.

Dries: Dan wil je dat natuurlijk goed op elkaar aansluiten. Dries: Maar goed, de praktijk is ook dat dat lang niet altijd lukt. Dries: En lang niet altijd kan ook. Dries: Dus ik denk dat het heel erg zoekend is.

van oké, als dit het geluid is van Dries: een individu en toch heel belangrijk is, hoe kan je dat dan toch collectiever maken? Marjan: Eigenlijk zeg je dat participatie belangrijk is en dat we dat gewoon met z’n allen moeten gaan doen. Marjan: Het is niet meer de praten over, maar laten we het gewoon gaan doen. Ferry: We praten met bedoeling. Ja.

Niet meer praten over, maar praten met. Precies. Marjan: Nou was ik benieuwd, wat versta je? Want dat vind ik zelf altijd wel lastig Marjan: met het woord participatie. Marjan: Want als we met z’n allen zeggen, we gaan participatie doen, Marjan: Dan denkt de ene van ja, dat betekent dat ik gewoon ga meedoen, dat ik werk heb.

Marjan: En de ander zegt dat dat betekent dat ik invloed kan hebben. Dries: Nee, dat herken ik van. Dat begrip participatie, dat heeft zoveel verschillende connotaties. Dries: Kijk, we vroegen het vaak als het gaat uiteindelijk over betekenisvolle participatie.

Dries: En dat geeft voor mij al iets meer duiding aan dat het niet er gewoon erbij Dries: zitten is, maar dat het er wel ergens over moet gaan. Dries: En wat voor mij wel kern is in dat begrip participatie, van het is een samenwerking. Dries: Dus aan de ene kant de critici kunnen zeggen van participatie is nog steeds Dries: deelnemer aan. Dat is natuurlijk ook een beetje de letterlijke vertaling.

Dries: Terwijl mijn beeld van participatie, het is een samenwerkingsmodel. Dries: Het is een samenwerkingsmodel tussen aan de ene kant mensen met ervaringsdeskundigheid. Dries: Je kan zeggen wat meer vanuit de leefwereld. En aan de andere kant mensen die Dries: naar dezelfde onderwerpen kijken, maar met een hele andere bril op.

Dries: En er zit de overtuiging in, als we dat goed op elkaar afstemmen, Dries: dat de wereld een stukje mooier wordt dan als we dat te veel los van elkaar laten staan. Marjan: Weet je wat ik altijd in zo’n model, en ik snap precies wat je bedoelt. Marjan: Je zegt eigenlijk een beetje de professionele wereld. En de wereld van ons allemaal.

Marjan: Want waar ik altijd nog een beetje mee worstel is. Marjan: We zijn eigenlijk toch allemaal ervaringsdeskundig. We hebben allemaal wel ergens Marjan: een ervaring. Dus ook die beleidswereld.

Marjan: Dat zijn allemaal mensen met ervaringsdeskundig. En ook de professionele wereld. Dries: Dus dat maakt het soms een. Marjan: Beetje lastig van Dries: Het model.

Ik ben ook niet zo fan om zo’n die leefwereld en systemen tegenover elkaar te zetten. Dries: Ik denk dat dat veel meer met elkaar verwoven is. Dries: Dan we soms in discussie. Het is zo makkelijk om te zeggen van, Dries: we moeten die systeemwereld op de leefwereld laten aansluiten.

Ja, onzin. Marjan: Ja, maar soms had ik ook, ik heb natuurlijk ook vanuit Minds bij de Integraal Marjan: Zorgenakkoord onderhandelingen gezeten. Marjan: En wij waren dan samen met de patiëntenfederatie de enige twee vertegenwoordigers Marjan: vanuit het cliëntenperspectief. Marjan: Het ervaringskundige perspectief.

Marjan: En we zaten soms aan een tafel met wel dertig bestuurders en verzekeraars, Marjan: aanbieders, professionals. Marjan: En dan gaat het over patiëntenervaring. En ik dacht soms ook wel van hoeveel Marjan: mensen die hier in de zaal zitten zijn wel eens in het ziekenhuis geweest, Marjan: zijn bij de huisarts, zijn misschien wel behandeld voor een mentaal probleem. Marjan: En toch zet je dan die ervaringen naast je neer.

Ferry: Ik ben wel blij dat je dat zegt, want ik heb hem juist heel vaak andersom meegemaakt. Ferry: Ik denk hoeveel van de mensen die mij vertegenwoordigen in belangengroepen snappen Ferry: daadwerkelijk en dan bedoel ik echt wat mijn uitdaging is. Dries: Ja, en daarom vind ik het zo contextafhankelijk van wat is het nou precies en hoe ga je daarmee om? Dries: Want ik weet bijvoorbeeld hier in Utrecht loopt een heel mooi programma over medische studenten. Dries: Wat je zegt, die zelf ook vaak allerlei dingen hebben meegemaakt.

Als, noem het patiënt. Dries: En toch zie je dan dat ze in het systeem worden gezien als medisch student. Dries: Terwijl ze hebben ook andere ervaringen opgedaan die juist een andere blik kunnen Dries: geven op ziekte en gezondheid. Dries: Op de uitdagingen die je dan tegenkomt.

Dries: Dus daarom vind ik het af en toe zo kunstmatig… om het te hebben over de leefwereld Dries: en systeemwereld. Dat zit veel meer door elkaar voor over. Ferry: Zit er niet gewoon te veel in hokjes te denken? Dries: Ja, aan de ene kant vind ik ook…

Kijk, het systeem, ik snap hem ergens wel… Dries: Want sommige dingen moet je dus ook gewoon op een abstracte niveau… Dries: Voor een collectief regelen. Dries: Dus het voorbeeld weer van die richtlijnen.

Dries: Ja, het is natuurlijk… Je moet als individu ergens gezien worden… Dries: En behandeld worden en geholpen worden. Dries: Maar je ontkomt er mijns in zin niet aan…

om toch ook met elkaar afspraken Dries: te maken van binnen welk kader willen we dat nou met elkaar? Marjan: Ik heb ook wel eens ervaren met richtlijnen en zorgstandaarden, Marjan: dat is ongeveer een tijd van Mind, dat wij dan ervaringskundigen, Marjan: die zaten dan aan die tafel bij al die professionals, die vertelden dan een verhaal. Marjan: En dat werd dan toch ook wel heel gauw afgedaan van ja, maar dat is een NS1-verhaal. Marjan: Terwijl ik dan denk, in zo’n situatie zouden de professionals ook kunnen denken, Marjan: oké, het is misschien nu een NS1-verhaal, maar het is wel een heel belangrijk Marjan: punt wat hier gezegd wordt. Laten we eens kijken in hoeverre we hier toch iets mee kunnen doen.

Marjan: Dus ik vind soms ook wel dat een individuele ervaring ook te gemakkelijk soms opzij wordt gezet. Dries: Maar dit vind ik ook een beetje bij het volwassen worden van de participatie zoals we hierop vallen. Dries: Want ik denk dat dat aan de ene kant dus een vraag eigenlijk is voor de patiënt Dries: die op dat moment aan tafel zit. Dries: Van hé, als je merkt dat jouw NS1 verhaal toch niet de haakjes geeft die je wil.

Dries: Wat voor een gereedschapskoffer kan je nog meer open trekken om mensen daarin Dries: mee te nemen. En het omgekeerde is ook waar, dus die andere mensen die aan de Dries: tafel zitten, die hebben dus nog niet helemaal door van dit kan ook een goede Dries: toevoeging zijn aan de discussie hier. Marjan: Ja, ze mogen dan wat nieuwsgieriger zijn eigenlijk vind ik, of wat geïnteresseerder Marjan: en zo kunnen vragen op zo’n verhaal. Dries: En dus dat is precies de reden waar ze zeggen van ja, als je participatie echt Dries: betekenisvolle participatie nodig hebt, dan moet je ook die andere mensen daarin Dries: helpen.

We kunnen niet zomaar verwachten dat ze dat kunnen. Dries: Het omgekeer vind ik ook waar dat we af en toe ook wel eens kritisch kunnen zijn. Dries: Van ja maar de patiëntvertegenwoordigers die we, en ik hoor jou eigenlijk ook Dries: het voorbeeld zeggen Ferri. Dries: Daar mogen we ook wel soms wel eens kritisch op zijn.

Wat gebeurt daar nou goed Dries: en wat gebeurt daar niet goed? Dries: Want volgens mij als dat een keertje niet goed gaat, die samenwerking. Dries: Dan gaan er twee partijen met een teleurstelling weg. En die samenwerking staat op 1-0 achter. Dries: Dus ik vind dat in die zin dat allebei daar wel een verantwoordelijkheid hebben.

Dries: Om zichzelf daar ook steeds meer in te bekwamen… Dries: En zoals we dat tien jaar geleden deden, is het niet meer zoals we dat nu doen. Dries: En over vijf jaar doen we het weer anderen. Dus dat vind ik ook wel de opgave voor de hele sector.

Dries: Het is geen vanzelfsprekendheid. Dries: We moeten ons daarin continu blijven verbeteren. Zeker. Marjan: Maar ik zie wel dat de vijfdeskundigen zich ook wel vaak geïmponeerd kunnen voelen.

Marjan: En dat is ook een beetje mijn eigen ervaring. Als ik aan zo’n bestuurlijke tafel Marjan: van zo’n integraal zorgakkoord zit. Dus met zoveel kennis, zoveel bestuurlijke macht. Marjan: Als er vijf bestuurders van verzekeraars zitten.

Dan moet je voor goede huizen Marjan: komen. Om dan je punten continu te kunnen maken. Ferry: En vooral de rust te bewaren. Marjan: En de rust te bewaren.

En ook serieus genomen te worden. En niet te denken. Marjan: Er zit ook heel vaak emotie bij natuurlijk. Dries: Ik heb hier voor een tijd in Engeland bij een patiëntenorganisatie gewerkt.

Dries: Dit is inmiddels al een 12, 13 jaar geleden. Dries: Toen liep het Verenigd Koninkrijk wel wat voorop. Dus daar was ook een organisatie Dries: die heel erg lijkt op Involve, wat we nu zijn. Heten ook Involve, maar dan met een E.

Dries: Dus die waren op dat betreft wel een stukje verder. Dat heeft in mijn beleving Dries: ook wat te maken van, daar heb je de National Health Service. Dries: Dus dat is allemaal vrij hiërarchisch georganiseerd. Dus daar is het toch wat Dries: makkelijker dingen voor elkaar Dries: te krijgen als je de juiste persoon weet te vinden en weet te overtuigen.

Dries: Toen ik in Nederland kwam, toen heb ik pas echt ervaren wat dat polder nou inhoudt. Dries: Want ik was toch al een beetje verengelst en gewend aan die manier van werken. Dries: Ik zie nu wel dat Nederland, als je ook kijkt naar Europees, Dries: dan doen we het niet gek in Nederland. Dries: Om juist die ervaringsdeskundigheid, om die stem van de patiënt en de cliënt Dries: en ook van de inwoner mee te gebruiken.

Ja, het kan nog veel beter. Dries: Maar we moeten niet vergeten dat het in heel veel andere landen nog veel minder goed geregeld is. Marjan: Dus je wilde eigenlijk zeggen, sinds jij directeur bent van Evolve, Marjan: is het in Nederland ook een Dries: Spronger voor ons. Absoluut, absoluut.

Nee, dat is de hoofdbootschap van deze podcast. Ferry: Ik ben wel benieuwd, want deze podcast is onder meer voor bestuurders. Ferry: Wat zou je andere bestuurders willen meegeven vanuit je eigen ervaring? Dries: Ik denk dat er twee dingen in zitten. Aan de ene kant het onderwerp heel klein Dries: maken en gewoon naar jezelf kijken.

Dries: Dus welke ervaringen heb je nou zelf met zorg, met welzijn, met wetenschappelijk Dries: onderzoek? En hoe heb je dat toen ervaren? Niet als bestuurder, maar gewoon als mens. Dries: En ik denk als je dat in jezelf ook goed weet te spiegelen. Dat we al heel veel hebben gewonnen. Dries: Het tweede is denk ik dat je als bestuurder ook verantwoordelijk bent voor de Dries: randvoorwaarden om dat in jouw organisatie of waar dan ook, om dat voor elkaar te krijgen.

Dries: En dan is het niet zo dat alleen maar een extra stoel aan tafel dat het daarmee geregeld is. Dries: Maar dat je echt wel even heel goed met elkaar het gesprek aan moet gaan van Dries: hoe brengen we dat nou goed samen? Dries: Hoe brengen we die ervaringsdeskundigheid van noem het daar de patiënten of Dries: de cliënten of waar je dan ook werkt. Dries: En hoe breng je toch ook die andere wereld die er ook is, hoe brengen we dat nou goed samen? Dries: En die randvoorwaarden zijn denk ik heel erg belangrijk. En dan is het toch Dries: een beetje aftasten van waar is de organisatie aan toe? Dries: Moet er nog wat inspiratie komen van wat is nou eigenlijk de toegevoegde waarde? Dries: En waarom is dit zo belangrijk? Dries: Nou gelukkig is dat inmiddels al meer en meer helder.

Dries: Maar ook vervolgens gewoon heel plat. En welke randvoorwaarden heb je dan nodig Dries: om dat goed te doen? Een hele platte die ik heel vaak hoor gaat bijvoorbeeld over financiering. Dries: Dus bedenk de eerste best. Nou de overlegtafels die zijn of het nou gaat over Dries: ISA of andere richtlijnen.

Dries: Het gos van de mensen die op dat moment aan tafel zitten… heeft gewoon een Dries: salaris en wordt betaald. Dries: En de patiëntvertegenwoordiger op zo’n moment? Dries: Ja, daar wordt dan vaak heel moeilijk over gedaan. Van, oh ja, Dries: hoe doen we dat nou? Dat is in heel veel gevallen een vrijwilliger.

Hoe ga je daar dan mee om? Marjan: Dus je zegt eigenlijk de goede ervaringskundigheid… op de juiste plek, Marjan: tegen de juiste betaling. Dries: Ja, betaling zeker. Ja, ik denk, precies die match maken.

En dat is puzzelen. Ferry: Gewoon uit nieuwsgierigheid, want hoe dat involgt dit? Nu, als we kijken naar Ferry: wat jij net zei Marjan, de juiste persoon, de juiste plek tegen de juiste vergoeding. Marjan: Dus binneninvolg, hoe doe jij dat als bestuurder? Dries: Kijk, wij zijn geen patiëntenorganisatie, dus in die zin zetten wij geen mensen aan die tafel. Dries: Wij zijn de opleider en de adviseur en degene die de informatie zit.

Dries: Maar bijvoorbeeld op dit stuk betaling. Ferry: Hoe adviseer je dat dan aan andere organisaties? Dries: Nou, wij bijvoorbeeld wat richtlijnen meegeven. Hoe zou je daarmee om kunnen Dries: gaan? Want het gaat twee kanten op. Je ziet aan de ene kant, Dries: als je kijkt naar de hele patiënten- en cliëntenbewerking, is er een enorme betrokkenheid.

Dries: Dus als daar iets wordt gevraagd van, goh, willen jullie meedenken in, meekijken in? Dries: Dan wordt er al heel snel ja gezegd, omdat er een enorme betrokkenheid zit om het wat beter te maken. Dries: Voor jouw groep, voor jouw achterban en uiteindelijk ook voor jezelf. Dries: Tegelijkertijd zeggen we ook van, ja, je moet daar ook wat professioneler over Dries: kunnen denken. Want jouw ervaringsdeskundigheid is wel wat waard.

Dries: Dus heel fijn dat je gevraagd wordt om mee te denken. Dries: Maar moet je dan ook niet zeggen van ja dat gaat ons wel wat kosten en dat moeten Dries: we dus ook in rekening brengen. Dries: Nou dat is heel spannend want er zit wat spanning tussen de ene kant die betrokkenheid Dries: en het goede willen doen en de andere kant ja zeker natuurlijk als je op een Dries: gegeven moment ook een organisatie moet runnen moet het bedrijfseconomisch ook Dries: ergens nog een beetje kloppen. Dries: Het omgekeerde is ook waar dus als een eerste beste onderzoeksinstelling of Dries: ziekenhuizen of wat dan ook zegt van goh wij willen ervaringskundig serieus Dries: nemen ja dan moet je dat ook in je begroting terug laten komen en dan moet je Dries: daar ook ruimte voor maken.

Dries: Pas dan gaat het allemaal een beetje samenkomen. Er is niet één iemand met de sleutel. Dries: Je zult op verschillende borden Dries: moeten schakelen… om die betekenisvolle participatie echt van de grond.

Marjan: Dus Involve ondersteunt eigenlijk patiëntenorganisaties… om dat ook wat meer Marjan: af te dwingen, die randvoorwaarden, denk ik. Marjan: Waar ik zelf nog wat nieuwsgierig aan ben… hebben jullie ook binnen Involve Marjan: een middenzeggenschapsregeling? Marjan: Of hoe weet jij als bestuurder ook of jij de goede dingen doet? Dries: Ja, ik heb gelukkig hele kritische medewerkers, dus dat helpt.

Marjan: Zijn dat ervaringsdeskundige? Dries: Ja, nou ja, ook afhankelijk van welke kant van die persoon je belicht. Dries: Dus velen komen ook zelf voort, omdat ze zelf de nodige uitdagingen hebben gehad. Dries: Of een tijd bij een patiëntenorganisatie, vanuit hun eigen ervaringen. Dries: Maar precies dit van, hoe doe je nou niet alleen praten over, maar ook praten met.

Dries: Daar zijn ook allerlei mooie vormen voor. We hebben bijvoorbeeld een online Dries: dialoog tool, waarbij je gewoon een gegeven moment vragen kan stellen aan een Dries: panel van, goh, hoe denken jullie hierover? Dries: En dan kan je natuurlijk, voilà, enquête antwoorden terugkrijgen. Dries: Maar dit is een tool waarbij je ook in een tweede ronde… de andere mensen Dries: de kans geeft om te reageren op de input van de anderen.

Dries: Dus je krijgt een veel kwalitatievere weging van… hé, maar wat speelt hier nou? Dries: Maar ik denk dat het de intentie moet zijn om daar steeds van te leren. Dries: Ik denk dat we het over twee jaar weer anders doen dan nu. Hoop ik althans.

Marjan: Waar hoop je dan over twee jaar te staan? Wat hoop je anders te doen? Dries: Ik hoop dat het onderwerpparticipatie steeds meer volwassen wordt. Dries: En dat wij daar een rol in kunnen spelen om dat onderwerp toch meer volwassen Dries: te maken. Dus het begint inderdaad als een… Dries: Een vrijblijvend iets.

Tot iets wat gewoon de norm moet worden. Dries: Nou daar hebben wij natuurlijk niet zelf de touwtjes in handen. Dries: Maar we kunnen daar wel een bijdrage aan doen. Dries: Ik zie voor ons ook een rol.

Om daar wel de kritische vragen te blijven stellen. Dries: Van hoe kunnen we dat wel continu verbeteren. Dries: Maar ook mensen de hand te bieden. Om ze te helpen.

Dries: Dus we hebben het vaak over denken en doen. Van ja we moeten gewoon nu ook met Dries: elkaar aan de slag gaan. En dingen gaan doen. Participatie moet je doen.

Dries: Ervaringskundigheid moet je inzetten. Maar we moeten er ook over denken. Dries: En dan kijk ik van ja maar waar lopen we nou tegenaan wat nog niet zo goed geregeld Dries: is wat of waar we gewoon vragen hebben want daar Dries: open en transparant over te zijn helpt denk ik ook Dries: heel veel mensen over die eerste drempel en wat dat merken we soms ook wel eens Dries: bij de cursus zit soms best wel een drempel om dan opeens een samenwerking aan Dries: te gaan met met een met een patiënt of cliënt ja soms heel gek maar goed die Dries: drempel is nou eenmaal voor een aantal mensen ik denk daar gewoon ook over zijn Dries: van ja het is ook af en toe zoektocht ja precies en moet zeggen dat Ja, Dries: daar moet je ook een beetje lol in hebben. Dries: Nou ja, die heb ik in ieder geval wel erin.

Dus daarom vind ik het ook leuk om ermee bezig te zijn. Dries: Maar we moeten niet pretenteren dat we de oplossing hebben. En als we dit doen is het geregeld. Marjan: Maar je zegt eigenlijk het is een soort zoektocht.

Het is dan toch nog een keer verkeerde vraag. Marjan: Wat zou jij nou de bestuurders mee willen geven die wij zometeen nog meer gaan Marjan: interviewen? Als het gaat over die zoektocht. Dries: Ik denk dat een zoektocht alleen serieus is als je nieuwsgierig bent. Dries: Als je gewoon echt wil weten van ja, maar hoe zit dit nou? Hoe ervaren andere mensen dit? Dries: En we hebben het over ervaringsdeskundigheid van patiënten en cliënten.

Dries: Maar als bestuurder gaat het Dries: ook over de ervaring van jouw medewerkers en dergelijke. En die zoektocht. Dries: Ik denk als je echt intrinsiek nieuwsgierig bent naar elkaar. Dries: Dat je verder komt dan als we het als een trucje gaan zien.

We zijn met van Dries: alles bezig. We moeten er nog ervaringsdeskundigen bij zetten. Dries: Dan wordt het een trucje. En dan gaat niemand daar weg met het gevoel van dit Dries: heeft ons echt geholpen.

Ferry: Ik noemde het altijd vinkjespolitiek. Dries: Ja, precies. En laten we eerlijk zijn, dat gebeurt ook nog her en der. Dries: We moeten ook nog een patiënt uitnodigen.

Marjan: Dus als we wel ook bestuurders die hier hele goede ervaring mee hebben… Marjan: Ook weer die goede ervaringen delen. Marjan: Dus dat ze ook van elkaar kunnen leren… wat die nieuwsgierigheid uiteindelijk ook oplevert.

Marjan: Ik weet in ieder geval ook wel veel wetenschappers… wat jij ook als voorbeeld. Marjan: En als je die wetenschappers het ervaringsverhaal laat vertellen… Marjan: Hoe het is wat de meerwaarde is van deze participatie…

Marjan: Hoe zie je die verhouding tussen ervaringsdeskundigheid bezitten tot al die opleidingen? Dries: Ik denk dat dat heel gezond is om zo’n heel breed spectrum te hebben. Dries: We moeten dat oppassen dat we daar geen waardeoordelen van gaan maken. Dries: Inderdaad, je ziet dat natuurlijk in de GGZ zijn allerlei opleidingen gekomen. Dries: Het heeft allemaal een plek, maar we moeten wel kijken van wat past dan bij, Dries: of het nou een vraagstuk is of de situatie van hoe zorgen we ervoor dat die Dries: ervaringsdeskundigheid daar tot zijn recht komt.

Dries: En de ene keer is dat NS1-verhaal heel krachtig en heel gepast. Dries: En de andere keer vind ik ook dat je de verantwoordelijk hebt van… Dries: Hé, maar nu moeten we wel toch nog meer namens een groep gaan praten. Dries: En Ferrie, wat jij zegt, daar zit ook altijd het risico…

dat de individu daar Dries: weer een beetje in kwijtraakt. Dries: Dat is het lot van dat soort processen. Ik denk, ook daar moeten we gewoon transparant Dries: over zijn… dat dat gebeurt op zo’n moment.

Dries: Maar ik vind het horen bij het volwassen worden van het hele onderwerp… Dries: Dat dat gesprek wel gevoerd kan worden… Dries: Zonder dat er te snel wordt gezegd… Nee, dat is anders.

Daar gaat het niet Dries: over. Dat is een gemiste kans, want er gebeurt wel iets. Marjan: Bij mij zelf was het nog wel… Eén keer noemen we hier ervaringskundigheid.

Marjan: Dan noemen we ervaringskundigen. Marjan: Dan heb je mensen die zijn opgeleid tot ervaringskundigen. Marjan: Vind je ook dat we nog iets aan die termologie moeten doen? Is het belangrijk Marjan: dat we weten dat we het over hetzelfde hebben? Dries: Ja, aan de ene kant misschien wel. Maar soms vraag ik me wel eens af van…

Dries: Wie gaat dat dan helpen? Want ik denk in die zin dat het de wereld van ervaringsdeskundigheid Dries: en deskundigen zou kunnen helpen. Dries: Maar als we naar kijken van ja, maar wat willen we nou bereiken daarmee? Dries: Ja, dan moet ik oppassen dat dit niet teveel een interne discussie wordt. Dries: Want ik denk, we hebben nog een hele slag te slaan bij organisaties, bestuurders. Dries: Nou ja, je noemde Isa als voorbeeld.

Dries: Dan moeten we ook oppassen dat we dat niet verwaren. Oh ja, er zijn allemaal Dries: verschillende varianten. Dit bedoelt, dit bedoelt, hier. Dries: De kernboodschap is van…

Hé, wij willen die ervaringen van mensen om wie het Dries: gaat… willen we veel meer meenemen in het vormgeven van zorg, Dries: van behalve en onderzoek. Marjan: Ja, het is wat ik me kan voorstellen… op het moment dat we met elkaar de definitie Marjan: helderder hebben…

dat je ook beter weet wat je van die anderen vraagt. Marjan: Maar goed, het is een beetje hetzelfde met participatie. Als we met z’n allen Marjan: zeggen, participatie moet verbeterd worden. Maar de ene die denkt aan van ja, Marjan: dus dan moeten meer mensen gewoon ook echt een betaalde baan hebben.

Marjan: En de andere die heeft het over participatie, ja, dan moeten meer mensen kunnen meepraten. Marjan: Dan als je een hele definitie hebt van dat woord, dan streef je dus eigenlijk Marjan: een heel ander doel naar. Dries: Nee, dat klopt. Maar kijk, dat helpt.

Maar we moeten wel oppassen dat het niet Dries: een digotoon model wordt van goed-slecht. Dries: Want het is afhankelijk van context. Dries: En was het maar zo simpel, denk ik, dat het goed-slecht is. Dus als dit de definitie Dries: is, dan kunnen we dat promoten.

en de rest hoort er dan niet bij. Dries: Ik denk dat het veel meer erkennen is van dat het een continuum is, Dries: waar echt wel verschillende gradaties in zichtbaar zijn, waar je volgens mij Dries: ook wel op een gegeven moment beschrijving aan kan geven, ook verwachtingen Dries: kan uitspreken, ook verantwoordelijkheden kan beleggen. Dries: En dat die verschillen, als je dat hele spectrum naast elkaar legt, Dries: en dat je daar dus ook op aangesproken kan worden van, hé, waar ben je nou bezig op dat spectrum? Ferry: Ik wil nog even terug naar het hele begin. Je maakte ergens een opmerking over Ferry: dat ervaringsdeskundigheid geen beschermde titel is.

Ferry: Zou dat iets zijn waar je voor bent dan? Dries: Nou, kijk, aan de ene kant zou het kunnen helpen met het volwassen worden van het onderwerp. Dries: Maar het is misschien ook alweer terug naar wat ik net zei. Dan wordt het dus Dries: wel wat meer digotroom van dit is officieel goedgekeurd en dit dan niet. Dries: En ik denk van ja, maar dan misten we ook weer wat.

Want dan zou die ervaringsdeskundigheid Dries: afhankelijk zijn van een bepaalde opleiding of bepaalde punten hebben gehaald Dries: of hoe we dat dan ook inrichten met elkaar. Dries: En dat is denk ik weer een verenging van waar het eigenlijk over gaat. Dries: Tegelijkertijd snap ik dat er in bepaalde contexten… hogere eisen worden gesteld Dries: aan die inbreng van ervaringstukken…

in andere contexten. Dries: Dus dat gesprek moet wel gevoerd worden. Dries: Het voorbeeld van, kijk, als jij daar zit… Isa, vond ik een heel mooi voorbeeld.

Dries: Dan zit je daar namens de hele patiënten- en cliëntenbeweging. Dries: Dan kan het helpen om een NS1-verhaal in te brengen… om even iedereen wakker te schudden. Dries: Maar vind ik het ook van belang.

Wat gebeurt er nou voor de hele achterban van Dries: Mind? Wat moeten we hier nou aan deze tafel voor elkaar krijgen… Dries: Om voor een hele grote groep van mensen die wij spreken en zien en kennen… een verschil te maken? Marjan: Nou, ook daarin dacht ik nog wel, bij na te inzien… hadden we toch nog misschien Marjan: wel kunnen onderhandelen…

dat er meer zetels… Marjan: En dat we ook een ervaringskundige die gewoon dat ervaringsverhaal… Marjan: Als een NS1-verhaal kan vertellen. Marjan: En nu moesten wij dat eigenlijk als directeuren inbrengen.

Marjan: Dus je zou ook met elkaar kunnen zeggen… En bij dat soort bestuurlijke contexten Marjan: zou ook gewoon een tafel of een stoel beschikbaar moeten zijn. Dries: Dat kan. Of inderdaad, het vergt ook iets van hoe doe je die inbreng dan? Dries: Wat is dat dan? En ik kijk in die zaal, ik zat er niet bij, maar kijk als je Dries: daarover nadenkt, daar is ook niemand op tegen geweest van ja, Dries: de patiëntenclient moet ook een tafel.

Ja, dat is maar. Dries: Vervolgens wat je ziet gebeuren, is er wordt een proces ingericht en er worden Dries: allerlei gesprekken gevoerd. Dus iedereen zit daar en dan gaat het in subgroepen uiteen. Dries: O ja, in subgroepen uiteen.

Waar sluit je dan aan als patiëntvertegenwoordiger? Dries: Dus dat vond ik zo’n mooi voorbeeld van waarbij niemand tegen is het feit dat Dries: de patiënt en cliëntenpartijen ook aan tafel worden uitgenodigd. Dries: Maar als je kijkt naar het inrechten van het proces, dan klopt het weer niet. Dries: Want er zitten dus een aantal deeltafels waar op dat moment niemand vanuit de patiënt de klent zit. Dries: Dat is precies wat ik bedoel.

En dan kunnen we nog zoveel opleidingen en informatie en inspiratie geven. Dries: Dat betekent dat die die degenen die dat organiseren moeten zich eigenlijk beseffen Dries: van oh ja goede participatie vergt iets meer dan alleen maar die partijen uitnodigen. Dries: En dan kom je eigenlijk weer van wat wij dat ook als een wolf op andere plekken Dries: hebben ervaren van ja natuurlijk moeten we heel goed kijken van hoe kunnen we Dries: de kans van patiënten en cliënten versterken. Dries: Maar er is ook werk te doen bij die anderen.

Ferry: Ik hoor hier nog een hele mooie laatste tip inderdaad dat je inderdaad niet Ferry: zorgt niet alleen zorgt dat die stoel er is maar dat je ook bedenkt wat voor Ferry: functie de persoon op die stoel heeft. En heb je er misschien niet meerdere Ferry: nodig als je in breakout rooms uit elkaar gaat. Of wat dan ook, hoe je dat ook noemt. Ferry: Dat je het doordenkt.

Dries, jij ontzettend bedankt dat je wou meewerken aan deze podcast. Dries: Graag gedaan. Ferry: Dit was Bruggenbouwers. Vond je deze podcast leerzaam of interessant? Ferry: Deel hem dan.