Meteen naar de inhoud

KOPP-blog: ik laat me vallen

    Laatst was ik in een niet al te best humeur en erg aan mijn weekend toe. Dat betekent bij mij dat ik me even niet met anderen bezig wil houden. Geen sociale interactie. Samen met mijn partner tien kilometer met de hond wandelen en een cappuccino’tje op een terras, dat was waar ik behoefte aan had. Maar er stond die zaterdag een intervisiebijeenkomst in mijn agenda en die sla ik niet graag over. 


    Ik ben lid van een heel bijzondere intervisiegroep, moet je weten. Allemaal begeleiders die werken met de liefdesenergie. Dat klinkt misschien zweverig, maar het betekent dat we begeleiden vanuit de ontmoeting, dus dat we onszelf en onze eigen emotie in het contact brengen in plaats van professionele afstand te houden. Dat leidt in die intervisiegroep niet alleen tot liefdevolle ontmoetingen, maar soms ook tot stevig grenswerk. We kunnen nou eenmaal niet altijd alleen maar blij zijn met elkaar.

    Liefdevolle ontmoetingen en stevig grenswerk, tuurlijk. Precies die gebieden waarin je als KOPP’er schade hebt opgelopen. Soms word ik woest van al dat mededogen en moet iedereen vooral lekker oprotten. En als een ander mij stevig grenswerk biedt (lees: duidelijk laat weten niet akkoord te zijn met mijn mening of gedrag) dan kruip ik het liefst onder een steen. En ik zat die zaterdag al niet heel erg lekker in mijn vel. Ik ben namelijk zelf, naast het begeleidingswerk dat ik doe, ook met mijn eigen traumawerk bezig. 

    Afweergedrag

    Waar hing ik dan uit op dat moment? Zoals dat gaat met traumawerk, er dringt zich iets op. Je hebt soms geen idee waar het over gaat, maar de stress loopt op en je krijgt de neiging om allerlei afweer te gaan inzetten. Die afweer is wat we psychische problematiek noemen. Zelf krijg ik dan de neiging om me af te zonderen, steeds minder te bewegen en uiteindelijk – als ik eraan toegeef, wat ik niet meer doe – depressief te worden. Maar er bestaan ook hele andere afweren, zoals de ander of jezelf de hele dag afsnauwen, dwangmatig worden, heel hard gaan werken en uiteindelijk burn-out raken of met groeiende regelmaat een extra biertje of wijntje pakken. Dit zijn simpele voorbeelden; afweergedrag kan heel complex zijn en is vaak een combinatie van verschillende strategieën. Maar daar wilde ik het vandaag niet over hebben. 

    Op het moment dat ik bij mezelf de afweer herken, weet ik dat ik iets aan het ontwijken ben. Dat was die zaterdagochtend duidelijk aanwezig. Het moment dat oude realiteiten zich door middel van bijbehorende gevoelens aandienen is beangstigend. Hoe moet je iets toelaten waarvan je geen idee hebt wat het is? Ik ben toch maar in de auto gestapt om naar de intervisiebijeenkomst te gaan. Thuisblijven zou oud en niet-helpend gedrag zijn. Omdat muziek mij vaak goed in contact kan brengen met wat ik voel, koos ik intuïtief een CD’tje uit mijn oude klappertje, Quidam van Cirque du Soleil. Ik ging ervan uit dat er een toepasselijk liedje zou komen – ik ben eraan gewend om op mijn intuïtie te vertrouwen. Toch ben ik iedere keer weer stomverbaasd. 

    Als een Phoenix uit je as herrijzen

    Want ja, na een paar nummers kwam Let me fall, gezongen door Mathieu Lavoie. Na drie regels barstte ik al in tranen uit. Dit liedje gaat precies over het moment waarop je de keuze moet maken: verzamel je de moed om je te laten vallen in dat wat zich aandient, hoe beangstigend ook, of blijf je in de afweer? Als je het risico neemt om je te laten vallen, zal je daarna misschien als een Phoenix uit je as herrijzen. Misschien ook niet. Kun je wel rekenen op die persoon die je opvangt, jij zelf namelijk? Als je doet wat je altijd deed, weet ik inmiddels, krijg je wat je altijd kreeg. Dus ik voelde mijn angst en er kwam een stukje van de verplettering over wat met mij ooit gebeurd is. Niet teveel; precies een behapbaar stukje. 

    En in plaats van daarna net te doen of het prima met mij ging, uit angst om niet serieus genomen of zelfs op de hak genomen te worden, zoals vroeger op school, heb ik in mijn intervisiegroep verteld hoe ik in mijn vel zat. Hoe bang en klein en beschaamd ik me voelde en hoe ik de keuze had gemaakt om me nu eens niet terug te trekken, maar juist het contact op te zoeken. En, zoals ik tot mijn grote verwondering nu al meer dan eens heb meegemaakt, iedereen was geraakt. 

    Nu ik mijn echte gevoelens meer hoefde te verbergen, kon ik energie halen uit het contact en was het een fijne intervisiebijeenkomst. Het is een beweging die ik nog vaak zal moeten maken; de overtuiging dat mensen mij niet serieus nemen is erg stevig geworteld. Maar er was weer een stukje in mij geheeld. Op de terugweg in de auto hoorde ik nu in datzelfde liedje vooral deze zin: I will dance so freely!

    Let me fall 


    Let me fall – let me climb / There’s a moment when fear and dreams must collide

    Someone I am is waiting for courage  
    The one I want, the one I will become will catch me
    So let me fall if I must fall / I won’t heed your warnings – I won’t hear them

    All I ask – all I need / Let me open whichever door I might open
    So let me fall – If I fall / Though the Phoenix may or may not rise

    I will dance so freely / Holding on to no one
    You can hold me only if you too will fall, away from all the useless fears and chains

    Someone I am is waiting for my courage  
    The one I want, the one I will become will catch me
    So let me fall if I must fall / I won’t heed your warnings – I won’t hear

    Let me fall – if I fall / There’s no reason to miss this one chance
    This perfect moment
    Just let me fall