Meteen naar de inhoud

Kinderversje

    “Blijf zitten waar je zit
    en verroer je niet
    Houd je adem in
    en stik niet.”

    Een gewoon kinderversje
    dat plotseling een andere betekenis krijgt
    als je midden in een zware depressie belandt.

    Blijf zitten waar je zit (gaan naar elders is beangstigend)
    en verroer je niet (elke beweging betekent angst)
    houd je adem in (totdat de donkere bui is overgewaaid)
    en stik niet (je stikt niet maar het gevoel te stikken is al erg genoeg).

    Je bent vastgepind
    in verleden – heden – toekomst en je kunt geen kant op.
    Of je nu wilt of niet:
    je hebt niets te willen.

    Verstoppertje spelen is allang voorbij.
    Je vriendjes en vriendinnetjes zitten allang thuis aan de eettafel.
    Jij hebt helemaal niet in de gaten
    dat het verstoppertje spelen allang voorbij is.
    Mama heeft geroepen voor het eten,
    maar jij hebt het niet gehoord.

    En dus blijf je zitten waar je zit verroer je je niet
    houd je je adem in en stik je niet.

    De popband U2 zong er een mooi lied over:
    “You’ve got stuck in a moment
    And you can’t get out of it.”

    En je vriendjes en vriendinnetjes…ze denken aan je, ze leven mee maar…ze kunnen er niet bij dat jij je zooo ellendig kunt voelen. Je zit in een andere wereld en het lijkt wel alsof ze daar een andere taal spreken.

    En sommige andere mensen – die het godzijdank weer achter de rug hebben – zij kunnen er wel over meepraten. Als ze dan terugkijken, dan denken ze poehee…zat ik echt zó ver weg? Sprak ook ik ooit die andere taal? Het is zo intens naar en zwart, dat je het alleen maar zo snel mogelijk wilt vergeten als het eenmaal voorbij is. Verder met je leven en alleen nog maar hoeven zeggen van ‘weet je nog’ en ‘poehee…blij dat het voorbij is’.

    We kunnen het niet begrijpen, niet doorzien, niet oplossen…we kunnen het alleen maar aanschouwen en hopen dat het ooit weer beter wordt…die nare, zwarte ervaring van onszelf of van anderen.

    En misschien zit hem de kracht nu juist wel in dat aanschouwen.

    De andere kinderen zitten al lang en breed aan de eettafel en jij zit nog verstopt. Maar ze weten dat jij daar zit. Ze zijn je niet vergeten. En mama maakt liefdevol je avondmaaltijd klaar. Ze zoekt een mooi bord voor je uit en zet je maaltijd veilig in een hoekje van het aanrecht.

    Want ze vinden het moeilijk en niet leuk en ze missen jou, maar…ze weten dat ook jij komt eten. Nee, je eet nu niet met hen mee. En nee, misschien eet je ook niet zoveel of zo weinig als de anderen. En misschien kom je wel veel te laat voor het eten. Of eet je helemaal niet. Wie zal het zeggen.

    Maar er is een moment dat ook jij aan tafel verschijnt. In je eigen tijd. Op je eigen moment. En dan zeggen ze heee, wat fijn dat je er bent. Schuif maar aan. We warmen de maaltijd wel even voor je op.

    En als je nog niet wilt eten, dan is dat ook prima. Het is eerst al mooi genoeg dat je je verstopplaats hebt verlaten.

    Want zeg nou zelf…hier in de knusse huiskamer is het toch een stuk gezelliger dan daar, in het donker…

    E*