Ga naar de inhoud

Ervaringsdeskundige is een containerbegrip

Infographic ervaringsdeskundigheid met drie spraakballonnen met tekst: Spreektaal, deskundig door ervaring in iets (of met iets), Beroep, deskundig over herstelervaringen met professionele vaardigheden, Vakliteratuur, Deskundig over ervaringen, ook van anderen, met aanvullende vaardigheden

De context bepaalt wat een woord betekent

Het woord ‘ervaringsdeskundige’ is ontstaan in de jaren zestig, toen burgers mondiger werden en met hun artsen wilden overleggen over de behandeling. Sindsdien heeft het woord meerdere betekenissen gekregen. 

In de praktijk is ervaringsdeskundigheid altijd gekoppeld aan datgene waar je ervaring mee hebt. Een ziekte, beperking en zelfs iets simpels als het drinken van een bepaald merk koffie. Als de media het hebben over ervaringsdeskundigen, bedoelen ze deze mensen die ‘door ervaring deskundig zijn’.  

Vanuit patiënten- en cliëntenbewegingen is daar het begrip ‘collectieve ervaringskennis’ aan toegevoegd. Ze hebben het niet meer alleen over hun eigen ervaringen, maar ook over die van mensen met dezelfde soort ziekte, aandoening of kwetsbaarheid. 

In vakliteratuur is dit begrip inmiddels overgenomen. De meeste definities gaan er van uit de je naast je persoonlijke ervaringsdeskundigheid ook ‘deskundig over ervaringen van anderen’ bent. Bovendien is het hebben van de juiste vaardigheden een voorwaarde om te werken als ervaringsdeskundige. 

Het beroep Ervaringswerker dat vanuit de ggz en verslavingszorg is ontwikkeld, wordt ook wel ervaringsdeskundige genoemd, net zoals de opleidingen en het beroepsregister hiervoor. Specifiek is dat deze ervaringsdeskundigen werken vanuit de herstelvisie, en professionele vaardigheden inzetten.