Ga naar de inhoud

Beroepsregister Ervaringsdeskundigen GGZ

    De voorbereidingen voor een beroepsregister voor ervaringsdeskundigen GGZ (Ervaringswerkers) zijn in volle gang. Stapje voor stapje professionaliseert de inzet ervaringsdeskundigheid. Sommige ervaringsdeskundigen zijn daar blij mee, anderen wijzen er op dat de kernwaarden zo langzaam maar zeker uitgehold worden. Wordt ervaringsdeskundigheid overgenomen door de systeemwereld?

    Het regelen van de financiering van ervaringsdeskundigen is een afspraak uit het hoofdlijnenakkoorddat de minister met de GGZ-sector heeft afgesloten. Hierin staat: “Volgend jaar al, met ingang van 2019, start er een experiment om de financiering van de inzet van onder andere ervaringsdeskundigen te vergemakkelijken. Het is bedoelding dat de financiering vanaf 2020 structureel is geregeld’.” De druk om het beroepsregister snel op te zetten is dus hoog. Maar eens moeten drie grote problemen worden opgelost: Er moet duidelijkheid komen over 1. de naam van ‘het beroep’, 2. de criteria waar Ervaringswerkers aan moeten voldoen en aan 3. de manier waarop ze deze competenties kunnen aantonen. 

    Uitdaging 1: de naam

    Een‘Beroepsregister Ervaringsdeskundige’ levert al bij het benoemen van de naam een probleem op. Nederland zit heeft 17 miljoen ervaringsdeskundigen, want iedereen is wel ergens ervaringsdeskundig in. Hiervan de naam van een beroep maken is net zoiets als iedereen die zijn partner weleens een schoudermassage geeft Fysiotherapeut gaan noemen. 

    Daar komt bij dat de meeste ervaringsdeskundigen als vrijwilliger werken in functies die niet onder het beroepsregister gaan vallen. Tienduizenden mensen werken als voorlichter, belangenbehartiger of begeleider van lotgenotengroepen. Ze brengen beleidsadviezen uit, werken bij patiëntenorganisaties of zijn ambassadeur voor het VN-verdrag van mensen met een beperking. De meeste werken als vrijwilliger, maar velen hebben er ook hun werk van kunnen maken. De vergoedingen lopen, afhankelijk van het werkniveau, uiteen van een bosje bloemen tot duizend euro per dag.[2]Het Beroepsregister richt zich op een klein onderdeel hiervan: de ervaringsdeskundigen die in een uitvoerende rol werken in de GGZ-sector.
    Alle verwarring over de naam is gelukkig eenvoudig op te lossen door een specifiekere naam te kiezen voor het Beroepsregister. Al in het  Beroepscompetentieprofiel werd gesproken over ‘Ervaringswerkers’. Dat zou een logische keuze zijn. Met een ‘Beroepsregister Ervaringswerkers’, verdwijnt direct elke verwarring over de naam van het beroep. 

    Uitdaging 2: Vastleggen van het werk in criteria

    Een tweede grote uitdaging bij het opzetten van het beroepsregister is het formuleren van de criteria waar ervaringsdeskundigen aan moeten voldoen. De afgelopen jaren is op dit terrein al veel werk verzet. In 2015 verscheen het Beroepscompetentieprofiel, dat de basis legt over de kern van het werk van Ervaringswerkers in de GGZ en welke competenties daarvoor nodig zijn. Twee jaar later werd dit aangevuld met het Leerplan, dat vier leerlijnen beschrijft voor de scholing van ervaringsdeskundigen. Bij het leerplan zit een advies over de gewenste ontwikkeling van de beroepsmatige inzet van ervaringsdeskundigheid op niveau 4 en 5. De basis voor het beroepsregister is gedegen voorbereid. 

    Het vastleggen van verschillende niveaus van ervaringsdeskundigheid in de GGZ is helaas gecompliceerder dan het simpelweg uitwerken van het leerplan of het beroepscompetentieprofiel. In de praktijk is het beroep Ervaringswerker namelijk nog volop in ontwikkeling. Het is een jong beroep, met een oneindig aantal manieren waarop mensen het invullen. Sommige ervaringsdeskundigen werken nog als ‘Luis in de pels’, de rol die de eerste ervaringsdeskundigen in de GGZ hadden. Sommigen werken als ‘herstelcoach’ of in een andere functie op HBO-niveau waar ze het herstelproces van cliënten overzien, terwijl weer anderen de nadruk leggen op gelijkwaardigheid en benadrukken dat ze altijd náást de cliënt zullen staan. Sommigen zijn volwaardig onderdeel van een GGZ-team, terwijl anderen vinden dat je dan niet onafhankelijk kan blijven. Voor al die vormen is wat te zeggen. Deels zijn de verschillen gekoppeld aan opleidingsniveau, maar deels zijn het ook inhoudelijke keuzes vanuit een diepe betrokkenheid bij het werk. 

    Uitdaging 3: Aantonen deskundigheid

    Naast het vastleggen van criteria, moet ook besloten worden op welke wijze ervaringsdeskundigen dit aan willen tonen. Een logische route hierbij is om dit via opleidingen te doen. Op MBO-niveau zijn er volop opleidingen aanwezig en ook op HBO’s groeit het aanbod. Ze kunnen de studenten rechtstreeks voor een bepaald niveau in het Beroepsregister opleiden. 

    Vooral vanuit de ervaringsdeskundigen die geen opleiding willen -of kunnen- volgen is veel weerstand tegen het koppelen van het beroep aan een opleiding. Zij wijzen er op dat Ervaringsdeskundigheid is gebaseerd op je levenservaring en dat het werk recht uit het hart moet komen. De kennis die je hebt opgedaan tijdens je herstelproces is de basis van het werk, door velen aangevuld met korte trainingen en ervaring in een cliëntentenorganisatie. Een HBO-opleiding waar je methodes leert als ‘motiverende gespreksvoering’ doet volgens sommigen afbreuk aan het natuurlijke en gelijkwaardige contact dat je als Ervaringswerker hebt met cliënten. En de kennis en vaardigheden die de opleidingen aanbieden, zijn ook op een andere manier te verwerven. 

    Opleiding niet nodig voor inschrijving in het beroepsregister

    Inmiddels beseft ook het ministerie dat een opleiding geen voorwaarde kan zijn voor inschrijving in het komende Beroepsregister. Het debacle met de verpleegkundigen was daarbij een goede les. Afgelopen zomer kwamen veel verpleegkundigen in opstand tegen de aangekondigde wet BIG II. Deze wet zou de invoering van het nieuwe beroep ‘Regieverpleegkundige’ regelen. Het wetsvoorstel was gebaseerd op de inbreng van deskundigen, waaronder de beroepsvereniging. Negen jaar was er over gepraat. Toch viel de aangekondigde wet slecht bij veel verpleegkundigen. Zij konden niet accepteren dat iedereen met een hbo-diploma van na 2012 ineens een aanvullende toets of opleiding zouden moeten doen. Ze wilden niet terug naar de schoolbanken, alleen omdat een diploma belangrijker zou worden dan de jarenlange ervaring en de tussentijds behaalde vakdiploma’s. Hun protest had effect. De wet is gesneuveld [3]en het bestuur van de beroepsvereniging afgetreden[4]

    Het staat vast dat het Beroepsregister voor Ervaringswerkers niet alleen gekoppeld wordt aan opleidingen. Naast de mogelijkheid van een MBO- of HBO-opleiding, komen er alternatieven. Ervaringsdeskundigen die geen opleiding hebben kunnen nu al via een EVC-traject hun ‘Eerder Verworven Competenties’ vast laten leggen. Maar ook hierbij komt veel papierwerk kijken. Er moet dus verder gezocht worden naar mogelijkheden. 

    In een beroep waarin alles draait om het verschil tussen de ‘leefwereld’ en de ‘systeemwereld’, moet een manier gevonden kunnen worden om competenties en ervaring zichtbaar te maken zonder papieren tijger. Het gaat niet om het papiertje, maar om hoe je je werk in de praktijk doet. 

    Misschien kunnen ervaringsdeskundigen hier de voorlopers van een nieuwe manier van denken worden. Het zou passen bij hun werk, waarbij kritisch kijken naar de systeemwereld een uitgangspunt is. Gisteren publiceerde Nieuwssite de Correspondent het artikel ‘Is onderwijs weggegooid geld’. Dit beschrijft de visie van de Amerikaanse econoom Bryan Caplan dat onderwijs tegenwoordig ondergeschikt is aan het behalen van het diploma: ‘Wie langer naar school is gegaan verdient niet meer omdat hij meer geleerd heeft, maar omdat zo’n lange opleiding een signaal afgeeft aan werkgevers’. Het artikel stelt een interessante vraag: Heb je liever een Harvard-diploma zonder op Harvard te hebben gezeten, of heb je liever zes jaar op Harvard gezeten zonder een diploma te krijgen? 

    Ervaringswerkers weten als geen ander dat het leven de beste en de duurste opleiding is die er bestaat. 

    De uitdaging

    We staan nu voor de uitdaging om in sneltreinvaart een beroepsregister op te zetten voor Ervaringswerkers, zodat de financiering in 2020 geregeld kan worden. Wat werkt en wat werkt niet? Hoe moeten we dit aanpakken? En welke eisen stellen we aan het actueel houden van vakkennis en te volgen bijscholingen? 

    De opstellers van het Beroepsregister staan voor een zware klus. Laten we online in gesprek gaan met elkaar, zodat we hen kunnen voeden met informatie en goede ideeën. Te starten met de reacties onder dit artikel.


    [1]Na te zoeken in het woordenboek, bijvoorbeeld https://nl.wiktionary.org/wiki/ervaringsdeskundige

    [2]Meer informatie op veerkrachtcentrale.nl/handboek 

    [3]https://nos.nl/artikel/2298462-omstreden-zorgwetsvoorstel-kan-integraal-teruggedraaid-worden-zegt-minister.html